Verfijning van de Verkaveling

Course week(s) Introductie Week
Course subject(s) 1. Stedenbouwkundige basisbegrippen

De gepresenteerde tekening is bedoeld als basisverkaveling voor laagbouwwoningen. Dat wil zeggen: in deze verkaveling zijn gangbare principes en maten verwerkt, maar deze zijn geenszins bedoeld om te kopiëren of als eenheid te herhalen. Iedere situatie en ieder programma vereist een eigen ontwerp. Zo zal men in de stad meer met middelhoogbouw en hoogbouw werken; ook zijn er aanleidingen vanuit de situatie: ligging aan een water (gracht of singel, meer of plas, park of grote weg, bijzonder gebouw of bedrijf waar andere verkavelingspatronen beter toegepast kunnen worden. Vele principes blijken echter onder alle omstandigheden van kracht. In de basisverkaveling zijn, in het kader van het gesloten bouwblok, de gebouwen blokken losgemaakt; de hoek wordt gevormd door het samenkomen van twee haakse rijen, met de ruimte van de achtertuin ertussen. Extra aandacht voor de detaillering is nodig voor de aansluiting van die twee. Voor ieder stedenbouwkundig ontwerp is belangrijk, dat er geen gesloten zijgevels en schuttingen van de achtertuin langs de openbare straat zichtbaar zijn. Deze plekken in het stedelijk weefsel degraderen het woonmilieu. Om die reden moet de zijgevel van de eindwoning als front ontworpen worden, eventueel de ingang gedraaid, indien de zijgevel in het zicht komt te liggen.

De diepte en toegankelijkheid van het binnenterrein, de lengte van het bouwblok, scherpe of fl auwe knikken, de mix van bebouwingstypologien, al dan niet symmetrie, rechte of gekromde bouwblokken en straten, oost-west of noord-zuid straten, kortom: de variatiemogelijkheden zijn eindeloos. De bebouwing kan heel seriematig zijn, maar het is beter wanneer deze op sommige plaatsen reageert op de positie in het bouwblok, bijvoorbeeld in de vorm van een bijzondere hoekwoning (een opengewerkte zijkant of een architectonische markering) of een aangepaste noordtuin-woning in de vorm van openslaande deuren en diepere voortuin aan de op het zuiden gelegen voorkant. Het gaat er om liggingsvoordelen te optimaliseren, en om tegelijkertijd de uitéénlopende voorkeuren van bewoners in te calculeren: sommigen willen de achtertuin op het zuiden en nemen een nooit bezonde entreezijde voor lief, anderen prefereren de avondzon op terras of de achtertuin en ochtendzon aan de voorkant.

De gepresenteerde basisverkaveling wordt gekenmerkt door haar langgerektheid. Dat hoeft natuurlijk niet, maar het maakt het mogelijk een onderscheid te maken tussen straten met een verblijfskarakter en weinig verkeer, en lanen met een meer representatief openbaar karakter en meer verkeer. Ook bezonning is hierbij belangrijk; grotere lengte van het binnenterrein bevordert de zontoetreding in de tuinen. De oriëntatie van straten en de richting van de bebouwing leidt tot specifieke ontwerpoplossingen. Immers noord-zuid straten zijn heel anders, meestal zonniger dan oost-west gelegen straten. Een ander aspect is dat van de eentonigheid bij seriematige bouw. Grote lengte brengt ook veel herhaling met zich mee. Daarom moet er nagedacht worden over de gevel als geheel: afwisseling per woning door middel van te variëren elementen, verschillende daken of een bijzondere beëindiging zijn ook middelen om de basisverkaveling te transformeren.

In een stedenbouwkundige structuur horen alle openbare ruimten herkenbare, logische ruimten te zijn. Niet de bouwblokken moeten dominant leesbaar zijn in de tekening, maar de openbare ruimten. Er is in ieder stedenbouwkundig plan sprake van meerdere lagen, die op goede manier op elkaar moeten zijn afgestemd: het hogere schaalniveau van doorgaande wegen en groen- en waterstructuren, ontworpen met aangrenzende bebouwing, in combinatie met het lagere van de zich veelal  herhalende verkaveling. Wanneer deze lagen naadloos over elkaar heen gelegd kunnen worden, d.w.z. zonder allerlei ongedefinieerde restruimten, is een continue stedenbouwkundige plattegrond gemaakt. In veel hedendaagse plannen wordt een grote mate van variatie ingebracht door middel van verschillende verkavelings- en bebouwingstypen naast elkaar. Dat kan verrijkend zijn, maar kan echter ook verbrokkeling met zich mee brengen. Bovendien ontstaan er vaak tussen de onderscheiden gebieden openbare restruimten, die zelf geen kwaliteit hebben. Grensvlakken maken vaak deel uit van de grotere structuur van de wijk; het zijn dus de belangrijke, beeldbepalende plekken waar veel mensen gebruik van maken.

Creative Commons License
Introductie: Minor Stedenbouw in de Delta by TU Delft OpenCourseWare is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.
Based on a work at https://ocw.tudelft.nl/courses/introductie-minor-stedenbouw-in-de-delta/.
Back to top