5.3.2 Stap 1: Uitdenken aanpak gebruikstest

Course subject(s) Module 5: Testen met gebruikers

Stap 1: Voorbereiden gebruikstest en simulatie

Met een prototype kun je jouw concept testen met een gebruiker. Hoe je prototype er uit ziet hangt af van wat je te weten wilt komen. In deze stap bepaal je wat je wilt testen, wat voor prototype je nodig hebt en hoe je de test gaat uitvoeren.

Instructies

  1. Bedenk welk onderdeel van je ontwerp je wilt gaan testen.

    Wat wil je te weten komen door te testen met je gebruiker? Gebruik de ontwerpuitdaging die je in module 2 geformuleerd hebt als uitgangspunt. Kies voor je test één of enkele aspecten van je ontwerp die echt heel belangrijk zijn.

    Als je niet zeker bent wat je wilt testen, denk dan aan de volgende vier aspecten van ontwerpen (zie werkblad):

    • Ergonomie: Snappen gebruikers je ontwerp en kunnen ze het bedienen?
    • Vormgeving: Wat vinden gebruikers van het uiterlijk? Welke reacties en gevoelens roept het op?
    • Technologie: Zou je oplossing ook echt kunnen werken?
    • Bedrijfskunde: Zou je geld kunnen verdienen met dit product? Wat willen mensen er bijvoorbeeld voor betalen?

    Schrijf op Werkblad 2 wat je wilt testen en waarom. Schrijf elk aspect dat je wilt testen om tot een vraag. Als je bijvoorbeeld een nieuwe wekker hebt ontworpen en daarbij is het heel belangrijk dat ‘ie naast het bed staat, dan kun je als vraag opnemen: ‘In hoeverre past het nieuwe ontwerp naast het bed van de gebruiker? Waarom wel/niet?’

  2. Bepaal wat voor prototype/omgeving je nodig hebt.

    Net als het bij het veldonderzoek gaat het testen niet alleen om de gebruiker of alleen om het product, maar om de gebruikscontext als geheel. Je wilt zo goed mogelijk een simulatie maken van de toekomstige gebruikscontext. En daarin wordt de verwachte gebruiker ‘gespeeld’ door de participant en stelt het prototype het toekomstige product voor. Ook probeer je een omgeving te zoeken die zoveel mogelijk lijkt op de verwachte gebruiksomgeving.

    Wil je het uiterlijk, de werking of het gebruik van je ontwerp testen? Het onderdeel van je ontwerp dat je wilt testen bepaalt wat voor eigenschappen je prototype nodig heeft.

    Als je bijvoorbeeld wilt testen of toekomstige gebruikers positief zullen reageren op het uiterlijk van je product, dan moet je een prototype maken die het uiterlijk van het product zo goed mogelijk duidelijk maakt. Als dit je doel is hoeft het prototype helemaal niet te werken. Als je aan de andere kant wilt testen of je oplossing werkt, of gebruikers snappen hoe het product werkt, dan doet het uiterlijk er minder toe.

    Voorbeelden van prototypes zijn: een duidelijke tekening, een echt gebouwd onderdeel van je product, een (niet-werkend) model of juist een werkend prototype.

  3. Bedenk hoe je de test gaat uitvoeren.

    Ook de test hangt af van wat je te weten wilt komen. Denk na over de volgende aspecten van je gebruikstest en schrijf deze op op Werkblad 2.

    • Leg je alleen de aspecten van je ontwerp uit of wil je dat je deelnemer ook echt zelf het ontwerp gebruikt?
    • Wie gaan je participanten (deelnemers) zijn? Als het kan, test dan met meerdere participanten (maar meer dan drie à vier hoeft zeker niet).
    • Wat moet je vertellen/vragen om goed te kunnen testen?

Preview Werkblad Opdracht 6

Opdracht 6 blad 1

Opdracht 6 blad 2

Creative Commons License
Introductie productontwerpen: van probleem tot prototype by TU Delft OpenCourseWare is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.
Based on a work at https://online-learning.tudelft.nl/courses/delft-design-approach/
Back to top