3.5.1 Introductie opdracht 3: Creëer ideeën
Course subject(s)
Module 3: Ideeën bedenken
Introductie opdracht 3
In de vorige opdracht, heb je één of meer problemen beschreven die je gebruiker ervaart. Je hebt ook een ontwerpvraagstuk beschreven. De volgende stap is om ideeën te creëren die het probleem op zouden kunnen lossen, en die een antwoord kunnen zijn op je ontwerpvraagstuk. Hier kan je je creativiteit de vrije loop laten!
In stap 1 ga je zo veel mogelijk ideeën bedenken zonder al te kritisch te zijn op de ideeën zelf (dat noemen we divergeren). Het doel is om zo veel mogelijk verschillende ideeën te bedenken, het is niet belangrijk of je ideeën realistisch of bruikbaar zijn. Hierbij gebruik je de analogieën methode. In stap 2 ga je de ideeën verder uitwerken, hierbij gebruik je de SCAMPER methode. In stap 3 ga je kritisch kijken welke ideeën bruikbaar zijn en ga je de minder goede ideeën afstrepen (convergeren noemen we dat). In die de kritische stap ga je kijken welke ideeën ‘kansrijk’ zijn. Kansrijk betekent dat je bepaalt welke ideeën geheel of gedeeltelijk je probleem zouden kunnen oplossen en je vraagstuk kunnen beantwoorden. Je kunt later deze ideeën natuurlijk altijd verbeteren of samen voegen om ze nog ‘kansrijker’ te maken in deze convergerende stap.
Voor het bedenken van ideeën hebben we geen werkbladen gemaakt. Je kunt hiervoor blanco papier gebruiken.
Introductie productontwerpen: van probleem tot prototype by TU Delft OpenCourseWare is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.
Based on a work at https://online-learning.tudelft.nl/courses/delft-design-approach/