In dit college worden allereerst de zogenaamde fasediagrammen uitgelegd. Van deze diagrammen is de toestand (gas, vloeistof, vast) uit te lezen, waar langs de assen druk, temperatuur en volume kunnen staan. Vervolgens worden de bijbehorende toestandsvergelijkingen geïntroduceerd. Dit wordt voor zowel ideale als niet ideale gassen gedaan. Bij de laatste worden de toestandsvergelijkingen ook wel de Van der Waals vergelijkingen genoemd. Hierna wordt uitgelegd hoe de stabiliteit gecontroleerd kan worden uit een pV-diagram. Tenslotte worden de departure functies behandeld: een maat voor het verschil tussen een ideaal gas en datzelfde gas in de echte wereld.